Poëzie

Ida G.M. Gerhardt De profundis

maart 14, 2022

     De Profundis

Hadden wij nimmer nog zwanen gezien, 
zòuden wij hen op het water ontwaren, 
o, wij zouden van vreugde vervaren-
lachen en schreien misschien.
 
Hadden wij nimmer nog zwanen gezien, 
vlogen zij òver met ruisende slagen, 
o, wij zouden dit duister verjagen-
eindelijk bevrijd zijn misschien.
 
Ida Gerhardt
 
 
 
Dit gedicht van Ida M.G.Gerhardt  uit de bundel Het sterreschip is mij zeer lief. Dat heeft te maken met zowel de vorm, de klank als de betekenis.
 
Ik zal dat stapsgewijs proberen uit te leggen.
 
Om te beginnen de vorm: twee kwatrijnen (strofen van vier regels) met een omarmend rijmschema (abba, abba): de eerste regel rijmt steeds op de vierde, de tweede en de derde regel rijmen ook op elkaar . Dan het metrum: steeds één beklemtoonde lettergreep gevolgd door twee onbeklemtoonde  (dat heet een dactylus), waardoor je de zwanen al het ware ‘hoort’ vliegen. Het taalgebruik van Ida Gerhardt is voor jongere lezers misschien wel lastig: het is wat ouderwets en plechtig. Dat vind ik eigenlijk prachtig en ook heel toepasselijk bij dit gedicht: zwanen hebben wel iets plechtigs, toch?
De titel van het gedicht heeft wel even wat uitleg nodig. De profundis is Latijn voor: ‘Vanuit de diepte’ en dat verwijst naar de Bijbel, naar psalm 130, een psalm van David, die op de vlucht is voor koning Saul en in zijn doodsangst God aanroept: ‘Vanuit de diepte roep ik tot U, kom mij te hulp!’ Ida Gerhardt haalt deze psalm aan om het gevoel van doodsnood, van ellende op te roepen dat we waarschijnlijk allemaal wel kennen. Soms kun je je heel ellendig voelen en denken dat dat nooit meer overgaat. En dan zijn er opeens die zwanen… Ze spreken sterk tot onze verbeelding, de zwanen. Met hun opvallende kleur, met hun sierlijke sterke nekken, hun elegantie. Ze tillen ons als het ware een beetje op en zeggen: ‘Kijk naar ons, doe zoals wij! De ruimte roept je!’ Heel betekenisvol vind ik de een na laatste regel. Er staat niet: zij zouden dit duister verjagen, maar: wij zouden dit duister verjagen, met andere woorden: we moeten het zelf doen, we moeten er zelf oog voor krijgen dat er zwanen zijn. En dan kunnen we met de zwanen meevliegen.
 
 
 
Hadden wij nimmer nog zwanen gezien,
zòuden wij hen op het water ontwaren,
o, wij zouden van vreugde vervaren-
lachen en schreien misschien.
Hadden wij nimmer nog zwanen gezien,
vlogen zij òver met ruisende slagen,
o, wij zouden dit duister verjagen-
eindelijk bevrijd zijn misschien.
a
b
b
a
a
b
b
a

GLUREN BIJ DE BUREN WINTEREDITIE 2023

Dat was weer een bijzondere middag, gluren bij de buren in Overveen in een zeer gastvrij huis met leuk publiek! Voor alle mensen die er niet waren doe ik er een van mijn gedichten bij, gratis bij u thuisbezorgd! MEREL om half zes 's ochtends Zwart verbindingsstreepje...

Gedicht van Seamus Heany

Onverwacht vrij De hele ochtend zat ik op de ziekenzaal De bellen te tellen aan 't eind van ieder uur Om twee uur reden onze buren me naar huis.   In het portaal trof ik mijn vader. Hij huilde- Hij die een begrafenis meestal even meenam- En Big Jim Evans zei dat...

Zwartkop

ZWARTKOP op Leyduin een zwartkop is een klein zangvogeltje o,  nietig vogeltje met je vastberaden keel word je zelf nooit moe van je zenuwachtig zingen? hoeveel zorgen passen er in je kleine hoofd, hoe ga je 's avonds slapen?  Ine Zantingh Dit keer een klein gedicht...

Willem Elsschot – Het huwelijk

Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd in d’oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den...