Soms droom ik er wel eens van: de omgekeerde wereld in onderwijsland. De managers, de onderwijskundigen, de adviseurs gaan voor de klas staan en de docenten gaan op hun stoelen zitten en geven hun mening en hun advies over het onderwijs.
O, wat zou dat een revolutie zijn! Onder docenten gaat het gezegde: als je geen les kunt geven, word je onderwijskundige en dat is niet zomaar ontstaan. In de praktijk blijkt namelijk dat heel veel inzichten en adviezen van die deskundigen niet zo bruikbaar zijn. Daarnaast ontbreken veel adviezen waar een jonge, beginnende docent juist zoveel behoefte aan heeft: hoe leer ik orde houden, hoe creëer ik een ontspannen en veilig leerklimaat? Daarover leer je niets op de opleiding, dat moet je allemaal zelf ontdekken in de praktijk. Dat was vijfentwintig jaar geleden al zo ( en vermoedelijk al veel langer) en het is nog steeds zo: zie de column in Trouw dd. 1 juni van Sophie van de Waart.
Hoelang accepteren docenten dit nog? Waarom is er nog steeds geen grote onderwijsopstand uitgebroken? Heel eenvoudig: daar hebben docenten helemaal geen tijd voor. Zij staan dag in dag uit onder veel te grote werkdruk hun taken uit te voeren, omdat zij van hun vak en van hun leerlingen houden. Zolang die liefde en dat plichtsbesef groter zijn dan hun woede, zal er niets veranderen. En dat is een gemiste kans. Immers, als docenten gewoon weer zelf de baas zouden zijn over hun werk ( ‘ zelf de regie in handen zouden krijgen’, in managerskromspraak) zou dat niet alleen ten goede komen aan de leerlingen – want docenten zouden dan de tijd en de rust hebben om leerlingen de aandacht te geven die zij verdienen – maar ook aan de docenten zelf: zij zouden niet en masse ten prooi vallen aan een burn-out, die velen van hen ertoe brengt het onderwijs te verlaten.
De theoretici, die nu nog zitten, zouden eens een tijdje moeten gaan staan. Voor de klas. En dan niet leuk een dagje, maar minstens een half jaar. En dan alles doen wat erbij hoort: ook de leerlingvolgsystemen, ook de rapportvergaderingen, de POP’s ( Wat? Weten jullie niet wat dat betekent? Maar jullie theoretici hebben het zelf uitgevonden…), de kerstviering, het zomerprogramma, de toetsweken en het bijbehorende correctiewerk. Hoelang zou het duren voor de eersten zich ziek zouden melden?
In diezelfde tijd zouden de docenten dan eens kunnen gaan zitten. Om eens rustig met elkaar van gedachten te wisselen. Maar ach, dat zouden ze geen half jaar volhouden: docenten willen gewoon lesgeven, want daar houden ze van!
Een droom. Een droom die wel nooit uit zal komen. Maar ik blijf hem koesteren. Gewoon omdat ik een docent ben. Een docent die haar vak liefheeft.