Voor een lezing die ik binnenkort geef, waarin onder andere het werk va de Italiaanse schrijver Primo Levi (1919-1987) aan de orde komt, herlas ik zijn boek ‘Is dit een mens’, één van de meest inspirerende boeken die ik ken. Primo Levi vertelt hierin over zijn ervaringen in Auschwitz en het voert hier te ver om het uitgebreid te behandelen, maar ik wil er graag een aspect uitlichten. In het twaalfde hoofdstuk vertelt Primo Levi hoe hij, samen met een andere gevangene, soep moet gaan halen voor hun ploeg. Dat betekent een lange wandeling naar de keuken en onderweg voeren de beide mannen een gesprek. Zijn gesprekspartner is een jongen uit de Elzas, Jean genaamd, die niet alleen Duits maar ook Frans spreekt, een taal die ook Levi beheerst. Deze Jean geeft aan dat hij graag Italiaans zou willen leren en wat doet Primo Levi? Hij reciteert Dante! Hele stukken uit canto 26 probeert hij zich te herinneren; hij kiest niet zomaar dit canto, het gaat hem om de betekenis ervan en dan vooral van de verzen 118-120:
‘Denk aan je afkomst, het is ons niet gegeven
te leven als het redeloze beest
wij horen deugd en kennis na te streven
Helaas kan ik hier niet verder ingaan op Dante en Primo Levi, waar het mij om gaat is het feit dat Levi grote stukken tekst van Dante uit zijn hoofd kent. En hij niet alleen, dat kan elke Italiaan! Een grappig voorbeeld, dat ik hoorde van een Florentijn: toen een speler van de plaatselijke club Fiorentina ‘overliep’ naar een andere club ( Inter, meen ik) werd hij, toen zijn nieuwe club in Florence kwam spelen, onthaald met grote spandoeken op de tribune met daarop teksten over verraad uit de Divina Commedia van Dante. En alle fans begrepen dat!
Kom daar in Nederland eens om…
Waarom leren wij dat niet meer, waarom leren we dat onszelf niet aan, gedichten uit het hoofd? Het is gratis, je hebt het altijd bij je en het kan je troost en bemoediging geven op momenten dat je dat nodig hebt. ‘Ja maar, dat is toch achterhaald, ik kan alles vinden op mijn smartphone’ , zou je kunnen tegenwerpen. Maar dat is natuurlijk niet altijd zo. ‘s Nachts om 3 uur, als je niet kunt slapen, zul je niet zo gauw omstandig gaan liggen scrollen. Bovendien: hoe weet je waarnaar je op zoek bent als je geen database in je hoofd hebt?
Maar er is nog iets anders. Als je teksten in je hoofd hebt, kunnen die in je hoofd tot leven komen ook als je er niet naar op zoek bent. Dat kan aangename verrassingen opleveren.
In onze opzoekcultuur trainen we ons geheugen veel te weinig en persoonlijk geef ik dan de voorkeur aan het leren van een gedicht boven het meedoen aan Max’ geheugentrainer…Begin met iets gemakkelijks, liefst iets op rijm (want daar is dat tenslotte ooit ook voor uitgevonden: om het onthouden gemakkelijker te maken). Voor je het weet, word je overal vergezeld door regels, fragmenten, hele gedichten. Zie ik een appelboom, dan schieten mij onmiddellijk regels van Kopland te binnen (‘…om precies te zijn jij was het die naast me kwam zitten…’), waar zwanen te zien zijn denk ik aan Ida Gerhardt (‘…O, wij zouden dit duister verjagen, eindelijk bevrijd zijn misschien…’) en als ik niet kan slapen, probeer ik of ik Het huwelijk van Elsschot nog helemaal kan opzeggen (‘…Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeent’…’)
Vroeger moest je op school niet alleen psalmen uit je hoofd leren maar ook andere gedichten. Dat is afgeschaft, want ouderwets. Waarom eigenlijk? Wie kan mij dat uitleggen? Naar mijn mening is daarmee iets belangrijks, iets prettigs verloren gegaan. Dus laten we het gewoon zelf doen. Ik waag mij nu aan ‘Onverwacht vrij’ van Seamus Heany. Zo mooi!