Gistermiddag moesten de examenleerlingen er weer aan geloven: het vwo-examen Nederlands. Altijd een bron van stress vooraf en ergernis, frustratie, ja zelfs wanhoop achteraf. Bij de leerlingen ( maar dat kun je verwachten), maar ook bij docenten. Als oud-docent Nederlands, met vele eindexamens achter mij, veroorloof ik me hier de vraag: waarom? Waarom moeten leerlingen aan deze kwelling blootgesteld worden, aan teksten die helemaal niets met hun belevingswereld te maken hebben en waarom moeten ze daar dan ook nog vragen over beantwoorden die op zijn best bevreemding opwekken en zeker niet leiden tot het beoogde tekstbegrip? Kijken we naar de eerste twee lange teksten, beide over een tentoonstelling van Damien Hirst. Hoeveel leerlingen weten wie hij is en wat hij doet? Dat wordt in de beide teksten als vanzelfsprekend aangenomen en wellicht is dat ook zo voor de doelgroep van de bron ( NRC Handelsblad). Wie bevolken echter die doelgroep? Dat zijn over het algemeen oudere, welgestelde, hoogopgeleide lieden, aan wie een zeker snobisme en enig elitair besef niet vreemd zijn. Wat moeten leerlingen van zeventien, achttien jaar daarmee? O zeker, je mag eisen stellen aan een vwo-leerling, die moet zich kunnen verplaatsen in werelden die afwijken van de zijne. Maar moet je echt zo ver over hun hoofden heen praten? Ilja Leonard Pfeijffer kan prachtig schrijven, maar zijn woordkeus ligt vele niveaus boven dat van de gemiddelde leerling. Als je wilt dat die leerling zulk proza begrijpt – op zich een prima idee – dan zul je die leerling veel beter onderwijs moeten geven en hem veel meer moeten laten lezen. Met lezen bedoel ik: echte teksten, literatuur. Dan de vragen. Ik durf te beweren, op grond van mijn ervaring, dat een leerling die van de hele tekst geen bal snapt, maar die wel begrijpt hoe het vragensysteem in elkaar zit, een voldoende kan halen voor dit examen. Vraag je hem dan na afloop wie Damien Hirst was, grote kans dat hij antwoordt: wie? En dat is de kern van mijn bezwaar en ook van mijn woede: dat hele examen Nederlands gaat uit van een volkomen verkeerd standpunt dat vervolgens op een volkomen armoedige wijze wordt uitgewerkt. Het standpunt is dat leerlingen vaardigheden moeten leren. Dat is iets anders dan kennis verwerven. Waarom is kennis verwerven zo’n taboe? Vaardigheden zijn uiteindelijk niet meer dan trucjes, daar leren kinderen niet zelfstandig van denken. Geef die kinderen teksten die aansluiten bij hun eigen wereld en laat ze die inhoudelijk analyseren en houd eens op met dat technische gedoe! En nee, teksten ‘die aansluiten bij hun eigen wereld’ hoeven niet per se simpel te zijn. Laten we het eens omdraaien, laten we die oudere NRC-lezer eens een tekst voorzetten die is geschreven in een taal die jongeren aanspreekt. Hij zou radeloos worden! En hij zou vast en zeker weigeren om zoiets te lezen. Waarom doen wij onze leerlingen dan wel zoiets aan? Testbedenkers, kom eens uit je comfortzone, durf je werkwijze en daaraan voorafgaand je zienswijze eens onder de loep te houden. Leerlingen kunnen en willen veel, maar je moet ze niet tegen je in het harnas jagen met een houding van ‘wij weten wel wat goed voor jullie is.’ Misschien weten die leerlingen dat zelf wel veel beter. Luister daar eens naar!
SLAPEN
Bij de Marokkaanse winkel in mijn dorp koop ik een fles Italiaanse olijfolie en ik schrik van de prijs. De verkoper legt uit dat het komt doordat de oogst in Italië vorig jaar grotendeels mislukt is door een ziekte die de bomen heeft aangetast. Dat wist ik ook...