Nee, nu eens niet over de wonderlijke wegen van NS, maar over iets verrassends op een gewone donderdagmorgen. Ik stapte in de trein ( nee, die was niet op tijd), ging zitten ( ja, er was plaats) en tegenover mij kwam een jongen van een jaar of zeventien, achttien zitten. Hij deed zijn rugzak open, haalde er een boek uit, een dik boek, en begon te lezen. Te lezen! Een boek! Een jonge jongen! En hij las niet zomaar, nee, hij verdween helemaal in zijn boek, de hele reis. Ik was verheugd, maar bovenal verwonderd: het kon dus nog! Op school aangekomen vertelde ik hierover aan mijn leerlingen in vwo-6. Zij haalden slechts verveeld hun schouders op en als het had gekund, hadden ze zich onmiddellijk over hun mobiel gebogen. Maar ja, dat kan niet meer…
SLAPEN
Bij de Marokkaanse winkel in mijn dorp koop ik een fles Italiaanse olijfolie en ik schrik van de prijs. De verkoper legt uit dat het komt doordat de oogst in Italië vorig jaar grotendeels mislukt is door een ziekte die de bomen heeft aangetast. Dat wist ik ook...