SLAPEN

Bij de Marokkaanse winkel in mijn dorp koop ik een fles Italiaanse olijfolie en ik schrik van de prijs. De verkoper legt uit dat het komt doordat de oogst in Italië vorig jaar grotendeels mislukt is  door een ziekte die de bomen heeft aangetast. Dat wist ik ook eigenlijk wel, maar ik had er even niet bij stilgestaan. Nu, klaar, zou je denken. Maar dan hoor ik een stem achter me, van een zo te zien keurige mevrouw: ‘Ja, dat is al twee jaar zo, heb je al die tijd liggen slapen of zo?’ Ik weet op dat moment even helemaal niet wat ik moet zeggen. Waarom doet iemand zo? Was dit a) nuttig; 2) nodig; 3) aardig? Driewerf nee! Ze was ook nog eens minstens de helft jonger dan ik, dus waarom dat ‘je’?

Het lijkt me een misverstand dat je  altijd maar ongevraagd overal op moet reageren. Het is niet leuk, niet aardig, het is alleen maar bot. Zouden Nederlanders daar het patent op hebben? Soms denk ik van wel…

WIJ ZIJN ZOJUIST KEURIG VERTROKKEN….

Ik heb al een baan, maar anders zou ik mij graag aanmelden als tekstschrijver bij NS. Ik heb de indruk dat de taal die conducteurs nu bezigen in de trein geschreven is vanuit het hiernamaals door Gerard Reve: een mengeling van formeel , ouderwets Nederlands en populair hedendaags gepraat. Een voorbeeld:

Wij naderen thans onze eindbestemming Leeuwarden en wij verzoeken u derhalve allen uit of over te stappen met medeneming van al uw spulletjes. Fijne dag nog!

Dat kan ook anders:

We zijn nu bijna aangekomen bij onze eindbestemming Leeuwarden. Daarom  vragen we u allemaal uit of over te stappen. Neemt u uw bagage mee? We wensen u een prettige dag.

En wat te denken van de mededeling die ik gisteren hoorde in de trein van Amsterdam naar Amersfoort:

We zijn zojuist keurig vertrokken uit Amsterdam….’ Kun je ook niet-keurig vertrekken? Hoe zou dat eruit zien? Schreeuwende en tierende passagiers en conducteurs? Open deuren? Het is natuurlijk een variant op de vaak gebezigde uitdrukking ‘we zijn zojuist keurig op tijd vertrokken…’ waar ik me altijd al aan erger: alsof het een verdienste is om op tijd te vertrekken! NS, dat is gewoon jullie plicht!

Kunnen we misschien ook eens wat minder excuses voor het ongemak aangeboden krijgen? NS, daar menen jullie immers niets van, het is gewoon een holle frase. Als je net een half uur stil hebt gestaan in een toch al twintig minuten vertraagde stoptrein werken die zogenaamde excuses als een rode lap op een stier. Zou het niet wat empathischer kunnen? Bijvoorbeeld zo:

Beste reizigers, wat vervelend voor jullie dat de reis zo moeizaam verloopt. We doen er echt alles aan om het ongemak(!) te verhelpen. Probeer de moed erin te houden!

Maar nee, zo werkt het niet. Het werkt nu bijvoorbeeld zo: ‘Beste reizigers, als u ons nodig hebt, wij bevinden ons achter in het achterste treinstel voorin’

Wat! Waar? Achterin? Voorin? En wat doen jullie daar? Waarom lopen jullie niet gewoon door de trein om ons eventueel van dienst te zijn?

Bij de bovengenoemde voorbeelden deed de geluidsinstallatie in de trein het gewoon. Maar dat is helemaal niet gewoon! Heel vaak hoor je alleen wat vaag gemompel of een halverwege afgebroken zin, die soms na een pauze van meerdere seconden doorgaat, soms ook niet. Waardoor het een spannende reis wordt: ‘…onze trein zal nog voor u stoppen te……’Nou, waar? Wacht maar af, reiziger!

Communicatie! O Nederlandse Spoorwegen, zet daar eens wat meer op in!

IS SNAUWEN HET NIEUWE PRATEN?

In de supermarkt stond ik bij de broodafdeling op mijn beurt te wachten: ik wilde twee broodjes uit het schap met losse broodjes. Ik keek naar het jongetje voor mij, een jaar of vier, dat heel geconcentreerd met zo’n grote tang (moeilijk!!) één voor één een paar broodjes in het zakje liet glijden dat zijn moeder voor hem ophield. Opeens kwam er een grote arm door dit idyllisch tafereel en een haastige vrouwenstem snauwde: ‘Ja, mag ik er ook even bij?’ En daar greep een boze hand gauw de door haar verlangde broodjes. Wonder boven wonder bleef het jongetje ongehinderd doorgaan met zijn taak. Maar ik dacht: waarom zo haastig en zo snauwerig? Kijk eens hoe mooi, zo’n kind dat een moeilijk werkje uitvoert en trots opkijkt naar zijn moeder. Neem af en toe even tijd voor het gewone, dat steeds minder gewoon lijkt te worden. Snauwen het nieuwe praten? Dat is ook maar een gewoonte en daar kunnen we best mee stoppen. Wordt de wereld weer een beetje gezelliger.

KUN JE LEREN LEZEN?

Vrijdag hield ik in mijn vwo6-klas een even bevlogen als vermoedelijk vruchteloos pleidooi voor het lezen van boeken. Nog maar een maand, dan is het mondeling examen literatuur en uitstel kan niet meer, er moet nu gelezen worden. Na de les kwam een leerling wat aarzelend naar mij toe en vroeg: ‘Mevrouw, hoe doet u dat nou, lang achter elkaar lezen? Wij kunnen dat helemaal niet!’ Ik antwoordde hem dat het waarschijnlijk in elk geval te maken had met de tijd waarin ik opgroeide: zonder social media, zonder mobiel zelfs, zonder computer, met een zwart-wit tv met twee netten. Je concentreren was veel eenvoudiger, omdat er minder afleiding was en ongemerkt train je dan je concentratie.

Ik bedacht dat het probleem van de ontlezing, waar iedereen nu zo druk mee is, niet is op te lossen door kinderen eenvoudigweg te dwingen om te gaan lezen: ‘Ga zitten, wees stil en lees!’ Nog afgezien van het feit dat zo’n commando averechts zou werken, is er het probleem dat het geen kwestie is van niet willen, maar van niet (meer) kunnen. En erop hameren dat lezen zo leuk is, werkt ook niet: hoe kun je weten of iets leuk is als je niet weet hoe het moet? Ik denk dat een eerste stap op weg naar een oplossing zou moeten zijn de erkenning dat kinderen niet meer weten hoe het moet, lezen en je concentreren. Dat moeten wij ze dus aanleren. Als iemand niet kan zwemmen, kun je hem wel in het diepe gooien en roepen dat hij het heus wel kan en dat het heel leuk is in het water, maar als de stakker al niet verdrinkt, dan zal hij toch voor de rest van zijn leven het zwembad mijden. Zo is het met lezen ook: je  moet het stapje voor stapje leren en dat begint op de basisschool en dat gaat verder tot en met het eindexamen van de middelbare school. Trainen en nog eens trainen, net zolang tot lezen weer iets gewoons wordt, net zoals zwemmen. En laten we dat lezen dan alsjeblieft niet meteen weer bederven met vervelende vragen over literaire begrippen, dat kan altijd nog. Laat een lezend kind vooral met rust!

EEN WONDER IN DE TREIN

Nee, nu eens niet over de wonderlijke wegen van NS, maar over iets verrassends op een gewone donderdagmorgen. Ik stapte in de trein ( nee, die was niet op tijd), ging zitten ( ja, er was plaats) en tegenover mij kwam een jongen van een jaar of zeventien, achttien zitten. Hij deed zijn rugzak open, haalde er een boek uit, een dik boek, en begon te lezen. Te lezen! Een boek! Een jonge jongen! En hij las niet zomaar, nee, hij verdween helemaal in zijn boek, de hele reis. Ik was verheugd, maar bovenal verwonderd: het kon dus nog! Op school aangekomen vertelde ik hierover aan mijn leerlingen in vwo-6. Zij haalden slechts verveeld hun schouders op en als het had gekund, hadden ze zich onmiddellijk over hun mobiel gebogen. Maar ja, dat kan niet meer…