T KOFSCHIP
Ín de trein, een coupé met een groep vrolijke jongens van een jaar of negentien, twintig die luid hun vakantieplannen bespreken. En ja hoor: Mallorca, Cherso, zuipen, wijven. Tot opeens het gespreksonderwerp verandert en een van hen zegt: ‘Nee man, dat schrijf je niet met een d maar met een t!’ En een ander voegt daaraan toe: ‘Je weet toch, ‘t kofschip!’ Ik schiet in de lach, vertel dat ik docent Nederlands ben geweest en er ontstaat een leuk gesprekje: ‘Ja, dat kofschip, zo leer je het wel hoor!’ zeggen ze. Daarna zie ik ze enigszins panisch denken: wat hebben we allemaal nog meer gezegd?! Heeft ze dat ook gehoord?! Ja jongens, dat heb ik ook gehoord, maar daar keek ik lang niet zo van op als van dat kofschip…