COMMUNICATIE: BENT U DAAR, NS?
Gehoord, gisteren in de trein van Amersfoort naar Amsterdam, een conducteur: ‘Goedemiddag dames en heren, beste reizigers, lieve mensen, we zijn zojuist met een minuutje vertraging vertrokken vanuit Amersfoort. Dat komt doordat we even moesten wachten op de reizigers uit de richting Zwolle, die kwamen aanrennen van een ander perron. Vooral in het achterste treinstel is het retedruk, dus haal uw tas alstublieft van de stoel naast u…’
Ik schoot eerst in de lach en bedacht vervolgens dat deze conducteur het helemaal heeft begrepen: zo communiceer je met reizigers, doordat je gewoon spreektaal gebruikt ( nou ja, dat retedruk was misschien wel op het randje) in plaats van de gebruikelijke formele zinnen van NS, die eerder thuishoren in de schrijftaal- en soms dat nog niet eens.
Waardoor werkte het zo goed? Door drie dingen:
- De conducteur gebruikte spreektaal;
2. De conducteur sprak heel beeldend: je zag de reizigers uit Zwolle die aan kwamen rennen, je voelde hoe druk het was en als vanzelf haalde iedereen zijn tas van de stoel naast zich;
3. Hij had precies de juiste toon te pakken: niet te joviaal, wel opgewekt.
Kortom: een talent om te koesteren, NS!
Ik snap natuurlijk wel waarom de NS die formele taal gebruikt: dat is neutraal en daar storen mensen zich niet aan. Maar wat is er tegen een iets persoonlijker taalgebruik, mits binnen zekere grenzen? Deze conducteur begreep dat en bezorgde mij en alle anderen in de volle coupé een paar vrolijke momenten.